Jump to content

Bubbleblower

Full member
  • Content Count

    349
  • Joined

  • Last visited

Everything posted by Bubbleblower

  1. Nieuwe nominatie (Mammoet, link). "Sitting on top of the world"
  2. Voor elk nieuw blad of afgestorven wortel komt er een nieuwe wortel bij (elk blad heeft zijn eigen wortel). Overpotten is wel belangrijk -als het niet anders kan-. De diepte van de potten bepaalt min of meer de maximale omvang van je planten. Als je planten al 60 cm zijn zou ik ze in ieder geval in de bloei zetten en misschien groeien ze wel breder als ze in grotere potten zitten. Wow Weetje, wat jij rookt wil ik ook
  3. blow bubblegum en burst bubbles, vandaar die zonnebril.
  4. Dat kan ik alvast bevestigen. De Jacks komen allemaal in een dag op, terwijl (2) andere soorten onder dezelfde omstandigheden 2 dagen nodig hebben.
  5. Na onverwachte vertraging zijn afgelopen maandag eindelijk 10 zaadjes de grond ingegaan; de helft Jacks en de andere helft White Whidow en Bubblegum, want ik wed liever op meer dan één paard. De White Widow en Bubblegum zijn in een HPS-hokje gegaan en de Jacks verblijven tijdelijk in een hok met alleen TL erin totdat mijn inductielampen aankomen, wat hopelijk uiterlijk volgende week zal zijn. Daarom zitten ze zolang ook nog in hele kleine potjes. Valt nog niet veel van te zeggen, maar ze zien er in ieder geval mooi en gezond uit en groeien als kool. Ik heb ze een klein beetje wortelstimulator meegegeven en houd de aarde relatief droog. Hier 2 pics van 5 dagen geleden (foto's uploaden werkt nog niet) die enigszins zijn gelukt: Basic Jack: HPS hokje: (Uploaden werkt weer, pics van gisteren) Bubblegum: Nog een Basic Jack: Inductie/UVB hok:
  6. >> The bigger the bust the better the boost
  7. Bubbleblower

    Aufmachen!

    Geachte heer, mevrouw, Op dit moment wordt een huis-aan-huis-controle in het kader van de hondenbelasting uitgevoerd. In verband met deze controle was één van de controleurs van de gemeente XXXXXXXX vandaag bij u aan de deur. Helaas werd u niet thuis aangetroffen. Om die reden is het mogelijk dat de controleur later nogmaals uw adres zal bezoeken.
  8. Delta-9-Tetrahydrocannabinol
  9. Het antwoord ligt al in de vraag besloten. Stash stash je in een stash. Anders is het niet eens stash, maar gewoon hash (ja of wiet, maar dat rijmt niet).
  10. Vóór we terugkeren naar "onze Joods-Christelijke tradities" maak ik graag duidelijk hoe enorm groot de invloed van deze -vele- clubs op ons persoonlijke leven is. Het gaat me niet in één post lukken uit te leggen dat Nederland het land van collusie bij uitstek is, want we staan immers bekend als het braafste jongetje van de klas. (Dat op zich bewijst hoe goed dat systeem van collusie is geïntegreerd in onze maatschappij; dat er zelden iets van naar buiten komt. Ok, een ongelukje met die bouwfraude, maar das al lang weer opgelost en er kraait geen haan meer naar.) Het is alvast van belang te begrijpen hoe de media werken en de geschiedenis van ons (!) financiële systeem te kennen. 1. De media: Wereldwijd bestaat er heden ten dage geen grotere macht dan die welke door "de publieke opinie" uitgeoefend wordt. De controle van de opiniemakers is monopolistisch. Alle media – televisie, radio, kranten, etc. spreken met een zelfde stem, waarbij ze elkaar versterken. Ondanks de schijn van veelvoud bestaan er geen echte meningsverschillen, geen alternatieve informatiebronnen voor feiten of meningen, waarmee de brede massa zich een van de media afwijkend standpunt zou kunnen ontwikkelen. We moeten constateren dat inmiddels de massa-media het belangrijkste werktuig zijn waarmee de publieke opinie en het denken van ieder individu gevormd wordt. Pers en literatuur zijn de belangrijkste opvoeders geworden! Wat in de media maar vaak genoeg herhaald wordt, geldt tegenwoordig als waar. De televisie is het dominerende medium voor informatie of beter desinformatie. Door de digitale samensmelting van woord, toon en beeld heeft ze grote invloed. Men dient zich ervan bewust te zijn, dat met een volledige controle van de sociale communicatiemiddelen de massa geconditioneerd kan worden, omdat men zo haar denken en wensen naar behoefte kan manipuleren. Wie de media beheerst, kan bepalen hoe de massa denkt en kan deze contoleren en sturen. Complexe informatiesystemen controleren datgene wat voor waarheid dient door te gaan. De berichtgeving van over de hele wereld komt samen in slechts enkele persbureaus. Deze persbureaus staan onder controle en maken slechts dat nieuws openbaar, dat hen goed lijkt. Zonder het te beseffen, zijn de meeste journalisten geestelijk afhankelijk van hun opdrachtgevers. Journalisten zijn bewerkers van persberichten (media workers) geworden, en daarmee schuldig aan de leugen. Journalisten houden zich nog slechts bezig met (onbelangrijke) thema’s die door de autoriteiten zijn ‘vrijgegeven’. Wat de mensheid werkelijk interesseert, wordt door de media niet behandeld. John Swainton, gedurende vele jaren uitgever van de New York Times, deelde in zijn afscheidsrede de volgende onthullende uitspraak aan zijn medewerkers mee: “Er bestaat geen vrije pers. Jullie, lieve vrienden, weten dat, net als ik. Niemand van jullie zou het ook maar durven zijn eigen mening eerlijk weer te geven. Wij zijn allemaal instrumenten en horigen in dienst van de financiële machthebbers achter de coulissen. Wij zijn marionetten die dansen en springen, wanneer aan het touwtje getrokken wordt. Onze kennis, onze vaardigheden en zelfs ons leven behoort aan deze mannen toe. We zijn niets meer en niets minder dan intellectuele prostituees.” 2. Geschiedenis en heden financiële systeem: Reeds tweehonderd jaar voor Christus bestonden er in het Romeinse Rijk al problemen met de macht van de geldwisselaars. Twee Romeinse keizers die daar iets aan probeerden te doen door het wettelijk vastleggen van beperkingen op de rente en het grondbezit, moesten dat met de dood bekopen. Een trend die trouwens ook vandaag de dag nog steeds standhoudt. In 84 voor onze jaartelling slaagde Julius Caesar er echter in de macht van het geldmunten van de geldwisselaars over te nemen. Hij zorgde er voor dat er een ruimschoots voldoende aan geld in circulatie kwam, en kwam zo in de gunst te staan van de modale burgers van het Romeinse Rijk. Hij gebruikte het geld ook om grootscheepse publieke bouwwerken op touw te zetten en zorgde er zo voor dat het Romeinse Rijk een periode van grote voorspoed kende. De geldwisselaars lieten het er echter niet bij zitten en ook Caesar werd, zoals bekend, vermoord. Meteen werd negentig procent van het geld uit circulatie genomen. Hierdoor verloren de modale burgers in één klap hun gronden en huizen, swingden de belastingen de pan uit en vierde de corruptie in het Romeinse Rijk hoogtij. Plus minus duizend na Christus veroverden de goudsmeden in Engeland zo veel economische macht dat ze in staat waren samen het hele economische systeem van dat land naar willekeur te manipuleren. Deze goudsmeden waren nog geen echte bankiers zoals wij die vandaag de dag kennen, maar ze vertoonden wel reeds opvallende gelijkenissen met deze meest verderfelijke exemplaren van het menselijke ras. Ze bewaarden het goud van anderen in hun kluizen en gaven daarvoor een papieren bewijsstuk in de plaats. Op die manier creëerden ze voor het eerst wat wij vandaag ‘bankbriefjes’ plegen te noemen. Ze kwamen er echter al snel achter dat het nooit voorkwam dat al hun klanten tegelijkertijd hun goud kwamen opvragen. Ze kwamen dan ook op het lumineuze idee voor een grotere waarde van dit ‘papieren geld’ te drukken dan er werkelijk goud in hun kluizen lag. Dit papieren geld konden ze dan tegen interest uitlenen aan wie maar wilde, zodat zij zelf in één klap veel meer konden verdienen dan wanneer ze slechts ‘bankbriefjes’ uitgaven voor de waarde van het goud dat effectief in hun kluizen lag: Het moderne systeem van ‘fractional reserve banking’ was geboren. Om u even een duidelijk idee te geven wat dat nu juist betekent: Stel dat u voor honderd euro aan goud in een kluis hebt liggen. Tegen moderne standaarden bent u - als bank weliswaar; als u dit als individu probeert bent u immers vreemd genoeg strafbaar voor financiële fraude - gewettigd daar op zijn minst voor duizend euro papieren geld uit te lenen aan wie u maar wilt. Stel nu dat u daarbij acht procent rente aanrekent. Dan hebt u na een jaar tachtig euro verdient aan die eerste honderd euro. In concreto is dat dus geen winst van acht, maar van tachtig procent! Natuurlijk hoef ik u niet te vertellen dat de gemiddelde bank werkt met veel grotere bedragen dan degen waar ik het hier over heb. Het zal dan ook niemand verbazen dat de goudsmeden hun kapitalen met gigantische snelheiden zagen toenemen. Terwijl de goudsmeden in Engeland steeds rijker en rijker werden, was het aanrekenen van interest in die tijd - in navolging van de ideeën van Aristoteles en Thomas van Aquino - nog verboden op het Katholieke vasteland. Of de beweegredenen voor dit verbod echter zo zuiver waren, valt op zijn minst ernstig te betwijfelen. Waar in Engeland de goudsmeden zich verrijkten door tegen interest meer geld uit te lenen dan ze werkelijk bezaten; werden op het vasteland iets radicalere methoden gehanteerd: De Orde van de Tempeliers - een monikken-/ridderorde in dienst van de Katholieke kerk die door de vrijmetselarij steevast als één van haar grote lichtende voorbeelden wordt genoemd - organiseerde daar op dat ogenblik immers de welbekende kruistochten ter herovering van het ‘heilige land’. Net als de goudsmeden in Engeland namen deze Tempeliers de rijkdommen van de vele kruisvaarders in ‘veilige bewaring’ tot deze kruisvaarders als grote overwinnaars uit Jeruzalem zouden terugkeren. Zoals u natuurlijk wel weet sneuvelden de meeste van deze kruisvaarders echter ergens onderweg, met als gevolg dat de rijkdommen die de Orde bewaarde nooit meer werden teruggevorderd. Op die manier werd de Orde - en met haar de Katholieke kerk – dé financiële grootmacht van Europa. Wie op het vasteland immers zijn geld uitleende werd daar niet rijker van: in het beste geval kreeg men het uitgeleende geld uiteindelijk gewoon terug. De kapitaalsaccumulatie kwam op die manier enkel de Katholieke kerk ten goede, terwijl alle andere personen en instellingen hooguit een financieel status-quo konden behouden. Al snel zagen de vorsten van het Europese vasteland zich dan ook verplicht enorme sommen te lenen van de Orde der Tempeliers: Kruistochten en andere oorlogen kosten nu eenmaal een hele hoop geld. Op die manier kreeg de Orde een steeds toenemende macht over deze vorsten: Wie grote sommen geld leent staat namelijk in het krijt bij zijn of haar leenheer; en om deze leningen terug te betalen moeten er steeds hogere belastingen worden geheven, wat op zijn beurt een toenemende interne onrust met zich meebrengt. Om deze onrust in toom te houden moet er dan weer een beroep gedaan worden op een leger of een politiemacht, iets wat veel geld kost en dus de noodzaak om meer geld te lenen met zich meebrengt. Op die manier is de Orde der Tempeliers één van de eerste groeperingen die ons moderne concept van staatsschuld aanwendt om politieke macht voor zichzelf te verkrijgen. De Orde zou dan ook al snel tot een soort van soevereine staat binnen de staat verworden. Deze situatie werd door de toenmalige Franse koning Philips de Schone al snel als onhoudbaar ervaren, wat hem er toe zou leiden in 1307 een aanhoudingsbevel uit te vaardigen tegen de Orde, wat uiteindelijk tot de ondergang van de Tempeliers zou leiden. In 1314 wordt hun toenmalige grootmeester Jacques de Molay op de brandstapel gezet, waarmee de geschiedenis van de Orde der Tempeliers - de verschillende theorieën en legendes over hun ‘ondergrondse’ voortbestaan buiten beschouwing gelaten - ten einde loopt. Hun tactiek om via de ‘staatsschuld’ politieke macht te veroveren blijft echter tot op de dag van vandaag voortbestaan. De goudsmeden in Engeland ontwikkelden ondertussen nog een andere tactiek om zichzelf nog meer te verrijken door nog een andere vorm van manipulatie van de economie: Door er eerst voor te zorgen dat leningen relatief gemakkelijk aangegaan konden worden, zorgden ze er voor dat er in een relatief korte periode een heleboel geld in circulatie kwam. Door vervolgens echter plots de voorwaarden om een lening te verkrijgen heel wat strenger te maken, verdween een heleboel van dat geld weer uit circulatie. Alweer werden de modale burgers het slachtoffer van deze politiek: Zij zagen zich plots niet langer in staat hun vroegere leningen af te betalen, terwijl ze ook geen nieuwe leningen konden aangaan om hun vroegere leningen op die manier toch te betalen. Het gevolg was dat heel wat personen en kleinere ondernemingen failliet gingen, waardoor de goudsmeden zelf op hun beurt de bezittingen en ondernemingen van deze mensen tegen een appel en een ei konden opkopen. Er bleven strubbelingen tussen de Engelse geldwisselaars en goudsmeden en het koninklijke ‘house of Stuart’. De geldwisselaars hadden zich na 1642 verzameld in wat vandaag nog steeds het financiële centrum van Engeland en één van de drie belangrijkste financiële centra van de wereld is: het befaamde ‘the city of London’. Van daaruit hadden ze connecties aangeknoopt met de Hollanders om het ‘house of Stuart’ ten val te brengen. In 1688 beloofden ze Willem III, prins van Oranje, de troon van Engeland wanneer deze de heersende bankiers het alleenrecht zou geven om (papier)geld uit te geven. Zijn oorspronkelijke twijfel werd vervolgens weggenomen door de belofte dat hij zoveel zou mogen lenen als hij wilde tegen een vaste rente van 8% en dat op de biljetten de vermelding ‘redeemable in Gold or Silvercoins’ zou komen te staan. Willem van Oranje stak dus het kanaal over, veroverde de troon van Engeland en keurde in 1694 de oprichting van de Bank of Engeland goed. Deze Bank of England werd geïnspireerd door de statuten van de Bank van Amsterdam en kreeg meteen het voorrecht de enige bankier van de Engelse schatkist te zijn. Het brein achter deze bank was William Paterson, en ondanks wat de naam zou kunnen doen vermoeden was (en is!) de Bank of England geheel en al een privé-onderneming. De aandelen van de bank werden verkocht aan private bankiers, die verondersteld werden hiervoor samen 1,25 miljoen ponds bij elkaar te brengen. De namen van deze aandeelhouders werden trouwens nooit vrijgegeven. Om u een goed idee te geven van wat dit allemaal betekent wil ik u vooral volgend citaatje uit de oprichtingsstatuten van de Bank of England niet onthouden: “The Bank hath benefit on the interest on all monies which it creates out of nothing.” Dit betekent concreet dat de bank zoveel geld mag drukken als ze wil, zonder dat daar een tegenwaarde in edele metalen of iets dergelijks tegenover staat. De bank betaalt dus in wezen niet meer dan de kosten van inkt en papier om geld te produceren, en maakt vervolgens winst door interest te vragen op al het geld dat zij uitleent. Alhoewel het bestaan van centrale banken vandaag steeds wordt gelegitimeerd door te beweren dat deze instellingen juist moeten zorgen voor de stabiliteit van de economie, kende de Engelse economie sinds de oprichting van de Bank of England weer de gekende cyclus van economische ‘booms’ en depressies door het makkelijk en dan weer moeilijk maken van het aangaan van leningen. Zoiets is natuurlijk ook normaal wanneer men weet dat deze centrale bank niet onder controle van de overheid staat en alleen maar bestaat voor de verrijking van zichzelf. Toch werd de Bank of England het model voor alle andere centrale banken in de westerse wereld. 3. Fast forward: bankiers hebben zich op grote schaal schuldig gemaakt aan fractional reserve banking en daarmee hun zakken gevuld op een manier die wij ons niet kunnen voorstellen. Mensen die hun leven lang hebben gewerkt worden bestolen van hun huis en al hun bezittingen en zullen nooit meer van hun schulden afkomen. Hele landen gaan failliet. Oh en onze pensioenfondsen voldoen ook niet meer aan de dekkingsgraad eis.
×
×
  • Create New...