Jump to content
  • sanniesshop-banner.gif.d86ea02547aa126c899b25f607244aaf.gif sanniesseeds instagram

Elmo2007

"Coffeeshops opnieuw open voor buitenlanders"

Recommended Posts

"In juni verloor eigenaar Josemans een kort geding over de sluiting van zijn coffeeshop Easy Going door de burgemeester.

"De coffeeshop werd gesloten omdat klanten aanwezig waren die niet in Nederland woonden. Ook voldeed Josemans niet aan de eis om een lidmaatschap te vragen, de Wietpas."

 

Criteria 1: Niet in Nederland wonende klanten in de coffeeshop

Criteria 2: Niet voldoen aan eis om lidmaatschap te vragen

 

"Josemans spande een kort geding aan dat hij verloor. Daarop spande hij een bodemprocedure aan. De bestuursrechter verwerpt nu beide criteria. Het zogeheten i-criterium, dat alleen inwoners van Nederland wiet mogen kopen in een coffeeshop, vond de rechtbank buitenproportioneel."

 

Beide criteria's worden verworpen en een daarvan zelfs buitenproportioneel genoemd.

 

Ik zou graag willen weten welke reden hieraan ten grondslag ligt. Waarom vond men het i-criterium buitenproportioneel?

 

 

@Xtreme: "Lees de argumenten van de bestuursrechters"

Zijn die voor deze zaak al ergens na te lezen?

 

@MrG: "met deze uitspraak op grond van mensenrecht (Eu)"

Heb je een link naar de uitspraak? Ik heb niets gelezen over mensenrecht, maar het zou mooi zijn als dat de grondslag zou zijn. Daarmee moet zelfs Opstelten onderuit te halen zijn.

 

Cabis.

Share this post


Link to post
Share on other sites

en dat is het opstelten ook . die kunnen we makkelijk buitenspel zetten in deze zaak .. hij heeft het helemaal verklooid

Share this post


Link to post
Share on other sites

Bron : http://www.vandaag.be/buitenland/123703_co...tenlanders.html

 

Het verbod voor buitenlanders om wiet te kopen in de Maastrichtse coffeeshops lijkt voorlopig van de baan. De bestuursrechter in Maastricht heeft geoordeeld dat het zogenaamde ingezetenencriterium niet kan worden gehanteerd zolang de stad niet grondig genoeg motiveert waarom het net die verregaande maatregel neemt.

 

“De Maastrichtse coffeeshops zullen binnenkort dus opnieuw buitenlanders toelaten”, zegt een tevreden Marc Josemans, de voorzitter van de Maastrichtse vereniging van coffeeshops die de zaak aanspande.

 

Maastricht heeft volgens de rechter niet voldoende onderzocht of er ook minder verregaande alternatieven zijn dan een compleet verbod voor buitenlanders.

 

Zo is er nog altijd het plan om de helft van de coffeeshops naar de rand van de stad te verhuizen om de hinder door drugstoeristen te verminderen. Bovendien stelt de rechtbank vast dat de overlast na de invoering van de wietpas helemaal niet is gedaald.

 

De rechtbank wijst er overigens wel op dat deze uitspraak niet geldt voor heel Nederland en dat het ingezetencriterium an sich niet veroordeeld wordt. Volgens de rechter moet gemeente per gemeente worden bekeken welke maatregelen het best geschikt zijn om de drugsoverlast in te perken.

 

De gemeente Maastricht vindt niet dat deze uitspraak de deur opnieuw openzet voor buitenlanders. Burgemeester Onno Hoes waarschuwt dat coffeeshops die het ingezetenencriterium schenden ook in de toekomst zullen worden bestraft.

Edited by Elmo2007

Share this post


Link to post
Share on other sites

Hier se, eindelijk zie ik terug wat licht in de tunnel.......en elke keer feller en feller.

Share this post


Link to post
Share on other sites

LJN: BZ8548, Rechtbank Maastricht , AWB 12/1516 Print uitspraak

 

Datum uitspraak: 25-04-2013

Datum publicatie: 25-04-2013

Rechtsgebied: Bestuursrecht overig

Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig

Inhoudsindicatie: Verweerder heeft eiser op grond van artikel 13b van de Opiumwet een last onder bestuursdwang opgelegd, die ertoe strekt dat hij de door hem geëxploiteerde coffeeshop gedurende 1 maand dient te sluiten. Het hiertegen gerichte bezwaar heeft verweerder bij het thans bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank is van oordeel dat met het zogenaamde b-criterium (besloten club), dat deel uitmaakt van verweerders Damoclesbeleid, aan eiser verplichtingen (het bijhouden van een controleerbare ledenlijst) worden opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat het bij beleidsregels opleggen van verplichtingen aan burgers niet is toegestaan. Met betrekking tot het zogenaamde i-criterium (ingezetenen) is de rechtbank, na toetsing van het Damoclesbeleid aan artikel 1 van het 12de protocol van het EVRM, van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom een minder vergaande maatregel dan het i-criterium (proportionaliteitstoets) niet mogelijk zou zijn. De rechtbank vernietigt dan ook het bestreden besluit

Vindplaats(en): Rechtspraak.nl

 

 

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

 

Zittingsplaats Maastricht

 

Bestuursrecht

 

zaaknummer: AWB 12/1516

 

uitspraak van de meervoudige kamer van 25 april 2013 in de zaak tussen

 

[naam], eiser

(gemachtigde: mr.drs. G.A.C. Beckers),

 

en

 

de burgemeester van de gemeente Maastricht, verweerder

(gemachtigde: mr. S.A.R. Lely).

 

 

Procesverloop

 

Bij besluit van 8 mei 2012 (het primaire besluit) heeft verweerder eiser een last onder bestuursdwang opgelegd.

 

Bij besluit van 16 juli 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

 

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

 

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

 

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 december 2012.

Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde alsmede mr. G. Marcus-Silletti.

 

Overwegingen

 

Bij besluit van 8 mei 2012 heeft verweerder op grond van artikel 13b van de Opiumwet aan eiser een last onder bestuursdwang opgelegd die ertoe strekt dat hij met ingang van

11 mei 2012 de door hem geëxploiteerde coffeeshop [naam coffeeshop], gelegen aan [adres], voor de duur van één maand dient te sluiten en gesloten dient te houden.

 

Hiertegen heeft eiser bezwaar gemaakt. Vervolgens heeft verweerder het thans bestreden besluit genomen, waarbij verweerder de bezwaren van eiser ongegrond heeft verklaard.

 

Verweerder stelt zich op het standpunt -kort weergegeven- dat is geconstateerd, dat in de door eiser geëxploiteerde coffeeshop de voor de coffeeshops in Maastricht geldende gedoogcriteria zijn overtreden. Uit de rapportages van het zogenaamde flexteam blijkt immers dat eiser heeft gehandeld in strijd met het ingezetenencriterium (i-criterium), nadat al eerder tijdens een controle een overtreding van het besloten clubcriterium (b-criterium) was vastgesteld (waarvoor eiser door verweerder bij besluit van 1 mei 2012 een waarschuwing is gegeven). Op grond hiervan heeft verweerder besloten gebruik te maken van de aan hem op basis van artikel 13b van de Opiumwet toekomende bevoegdheid om tot tijdelijke sluiting van de inrichting van eiser over te gaan.

 

Eiser voert in beroep aan -kort samengevat- dat:

1. in de uitspraak (arrest) van het Hof van Justitie EU (HvJ) van 16 december 2010 niet alle voor de beoordeling van het onderhavige geschil aan de orde zijnde rechtsvragen uitgebreid aan de orde worden gesteld;

2. er sprake is van een beperkte bevoegdheid voor de lokale overheid in het kader van de handhaving van de Opiumwet. Doordat verweerder beleidsregels (Damoclesbeleid) heeft vastgesteld die, volgens eiser, contra legem zijn, is sprake van een doorkruising van hogere wet- en regelgeving;

3. het college van procureurs-generaal criteria heeft geïntroduceerd (in de Aanwijzing Opiumwet) die kennelijk enkel dienen voor handhaving door verweerder (en niet door het Openbaar Ministerie (OM)), hetgeen in strijd is met de wet. Verweerder is niet gebonden aan de richtlijnen van het OM. De beleidsregels zijn niet evenredig en dienen onverbindend te worden verklaard dan wel buiten toepassing te worden gesteld;

4. er sprake is van het vaststellen van beleidsregels door verweerder en het OM die strijdig zijn met een ieder verbindende verdragsbepalingen. Het in de beleidsregels opgenomen

i-criterium is in strijd met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden (EVRM) en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR);

5. het b-criterium in strijd is met de Grondwet en de daarin opgenomen vrijheid van vereniging;

6. voor de verwerking van persoonsgegevens (door de coffeeshophouder) een wettelijke verwerkingsgrondslag ontbreekt.

Eiser heeft zijn beroepsgronden nader uitgewerkt c.q. aangevuld bij brief van 19 november 2012 (met bijlagen). Aangezien verweerder hierop zowel schriftelijk als mondeling ter zitting heeft kunnen reageren, ziet de rechtbank geen aanleiding om voormelde brief buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde, zoals door verweerder is gesteld.

 

De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of verweerder bevoegd was onderhavige last onder bestuursdwang aan eiser op te leggen. Dienaangaande overweegt de rechtbank als volgt.

 

Ingevolge artikel 13b van de Opiumwet is verweerder bevoegd bestuursdwang toe te passen, indien in een voor het publiek toegankelijk lokaal een middel als bedoeld in artikel 2 of 3 van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

 

Ingevolge artikel 1 van het ‘Damoclesbeleid Coffeeshops 2012’ zal er bestuursrechtelijk handhavend worden opgetreden indien een coffeeshop zich niet houdt aan de landelijk door het Openbaar Ministerie vastgestelde BI-AHOJG-critria (waarbij B staat voor een besloten club en I voor ingezetenen van Nederland).

 

Voormelde criteria zijn opgenomen in de (gewijzigde) Aanwijzing Opiumwet, welke is vastgesteld op 20 december 2011 door het College van procureurs-generaal (inwerkingtreding) per 1 januari 2012.

Ingevolge het Damoclesbeleid zal bij een eerste overtreding (van het b- of i-criterium) worden volstaan met een waarschuwing. Indien sprake is van samenloop van overtredingen in die zin dat een tweede of volgende overtreding een ander criterium betreft dan de eerste overtreding, en de aan die overtredingen gekoppelde maatregel hetzelfde is, wordt de nieuwe overtreding als recidive beschouwd.

 

Met betrekking tot de door eiser aangevoerde beroepsgronden overweegt de rechtbank het volgende.

 

1. de betekenis van het arrest van het HvJ.

 

Het toenmalige Hof van Justitie van de EG heeft in zijn arrest van 16 december 2010 (LJN: BO8814) voor recht verklaard:

“Een houder van een coffeeshop kan zich in het kader van zijn activiteit van verkoop van verdovende middelen die geen deel uitmaken van het door de bevoegde autoriteiten strikt gecontroleerde circuit ten behoeve van gebruik voor medische en wetenschappelijke doeleinden, niet met een beroep op de artikelen 12 EG, 18 EG, 29 EG of 49 EG verzetten tegen een gemeentelijke regeling als die aan de orde in het hoofdgeding, waarbij wordt verboden, niet in Nederland woonachtige personen tot die inrichtingen toe te laten. Met betrekking tot de activiteit van verkoop van alcoholvrije dranken en eetwaren in dezelfde inrichtingen kan die houder de artikelen 49 EG en volgende wel met succes aanvoeren.

Artikel 49 EG moet aldus worden uitgelegd dat een regeling als die aan de orde in het hoofdgeding is aan te merken als een beperking van het in het EG-Verdrag verankerde vrij verrichten van diensten. Deze beperking wordt evenwel gerechtvaardigd door het doel om het drugstoerisme en de daarmee gepaard gaande overlast tegen te gaan.”

 

De rechtbank stelt vast dat het HvJ uitgaat van een absoluut verbod tot het in het economisch verkeer brengen van verdovende middelen – daaronder begrepen ‘softdrugs’ – en daarmee de vrije-verkeers-bepalingen voor deze categorie in feite buiten werking stelt. Dat laatste geldt niet voor de ‘accessoire’ legale activiteiten (de verkoop van frisdrank en broodjes), maar deze delen het lot van de sofdrugs, omdat de verkeersbeperking hiervan proportioneel wordt geacht door het HvJ.

De rechtbank is dan ook van oordeel dat deze beroepsgrond van eiser moet worden verworpen.

 

2. het Damoclesbeleid en hogere wet- en regelgeving.

 

De rechtbank is van oordeel dat verweerder op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevoegd is beleidsregels op te stellen voor de wijze waarop hij uitvoering zal geven aan zijn bevoegdheid krachtens artikel 13b Opiumwet. Hierbij staat het verweerder vrij om, voor wat de toetsingscriteria betreft, zo nauw mogelijk aansluiting te zoeken bij de Aanwijzing Opiumwet van het OM.

 

Met betrekking tot de in verweerders Damoclesbeleid opgenomen i- en b- criteria acht de rechtbank het van belang of het hier gaat om zuivere, op de formele wet terug te voeren, gedoogcriteria of dat het beleid verplicht tot een actief handelen.

De rechtbank is van oordeel dat het i-criterium (louter) een gedoogvoorwaarde betreft, aangezien dit geen verplichtingen voor burgers bevat. Met het b-criterium, daarentegen, worden verplichtingen voor de coffeeshophouder in het leven geroepen, te weten de documentatie van de leden door middel van een daartoe aan te leggen controleerbare ledenlijst.

Het bij beleidsregels opleggen van verplichtingen aan burgers is echter op grond van vaste jurisprudentie niet toegestaan (vgl. HR 29 oktober 2004: AB 2005/31).

 

Dit betekent dat onderhavige beroepsgrond van eiser met betrekking tot het b-criterium slaagt en het bestreden besluit moet worden vernietigd. In het kader van een finale geschilbeslechting zal de rechtbank vervolgens aan de hand van eisers overige beroepsgronden nagaan of de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand kunnen blijven.

 

3. de burgemeester of het OM.

 

De rechtbank stelt vast dat verweerder op grond van artikel 13b van de Opiumwet bevoegd is om bestuursdwang toe te passen. Verweerder heeft vervolgens (gewijzigde) beleidsregels vastgesteld inzake de toepassing van voormeld artikel: het Damoclesbeleid Coffeeshops 2012. De rechtbank is van oordeel dat dit beleid, waarbij verweerder aansluiting heeft gezocht bij de (gewijzigde) Aanwijzing Opiumwet, niet in strijd is met artikel 13b van de Opiumwet.

De door eiser gestelde onevenredigheid is, naar het oordeel van de rechtbank geen zelfstandige grond voor onverbindendverklaring van de beleidsregels (Damoclesbeleid) van de burgemeester en zal, in relatie tot het gestelde discriminerende effect van de beleidsregels, door de rechtbank nader worden besproken onder punt 4.

De rechtbank is dan ook van oordeel dat deze beroepsgrond van eiser moet worden verworpen.

 

4. het i-criterium en het EVRM.

 

Artikel 1 van het 12de Protocol EVRM luidt als volgt:

1. Het genot van elk in de wet neergelegd recht moet worden verzekerd zonder enige discriminatie op welke grond ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere mening, nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status.

2. niemand mag worden gediscrimineerd door enig openbaar gezag op met name, een van de in het eerste lid vermelde gronden.

 

Blijkens het Explanatory Report bij het 12de Protocol “provides article 1 a general non-discrimination clause and thereby affords a scope of protection which extends beyond the ‘enjoyment of the rights and freedoms set forth in (the) Convention”.

In particular, the additional scope of protection under article 1 concerns cases where a person is discriminated against:

i. in the enjoyment of any right specifically granted to an individual under national law;

ii. in the enjoyment of a right which may be inferred from a clear obligation of a public authority under national law, that is, where a public authority is under an obligation under national law to behave in a particular manner;

 

De rechtbank is van oordeel dat het Damoclesbeleid moet worden getoetst aan artikel 1 van het 12de Protocol, omdat de burgemeester zich door middel van het Damoclesbeleid heeft verplicht tot het voeren van het gedoogbeleid en het in verband daarmee toelaten van een nadere aangeduide groep (ingezetenen) tot de coffeeshops.

 

De rechtbank is, op grond van de jurisprudentie van het EHRM, van oordeel dat artikel 1 van het 12de Protocol is geschonden indien:

a. er sprake is van een ongelijke behandeling in het genot van een (EVRM) recht van personen die zich in een relevante vergelijkbare situatie bevinden; en

b. deze ongelijke behandeling is gebaseerd op een persoonlijke eigenschap of status die door artikel 1 van het 12de Protocol wordt beschermd;

c. met de ongelijke behandeling objectief gezien geen redelijk en legitiem doel wordt nagestreefd; of

d. er geen redelijke verhouding bestaat van proportionaliteit tussen de ongelijke behandeling en het nagestreefde doel.

 

De rechtbank is hierbij van oordeel dat het geschil zich toespitst op de proportionaliteit van het i-criterium.

In dit verband heeft verweerder aangevoerd dat een onderscheid tussen ingezetenen en niet ingezetenen op grond van (onder meer) openbare-orde overwegingen kan worden gemaakt.

 

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) heeft in haar uitspraak van 29 juni 2011 (LJN: BQ9684) overwogen dat voor het met het ingezetenencriterium gemaakte indirecte onderscheid naar nationaliteit objectieve en redelijke gronden bestaan.

 

Naar het oordeel van de Afdeling heeft de burgemeester (destijds) aannemelijk gemaakt dat de openbare orde in de gemeente Maastricht door de toenemende stroom niet ingezetenen wordt aangetast en dat die aantasting met het in de APV en het besluit van de burgemeester van 13 juli 2006 neergelegde ingezetenencriterium kan worden tegengegaan. De burgemeester heeft verder aannemelijk gemaakt dat met minder verstrekkende maatregelen de openbare orde in de gemeente onvoldoende wordt gewaarborgd.

 

De rechtbank is van oordeel dat verweerder, in het kader van het motiveringsbeginsel, in onderhavige zaak niet kan volstaan met een verwijzing naar de (openbare orde) situatie in Maastricht in 2008 (waar de uitspraak van de Afdeling betrekking op heeft), maar dient te motiveren waarom ook thans een minder vergaande maatregel (dan het i-criterium) niet mogelijk zou zijn.

 

Verweerder heeft thans geen gegevens overgelegd waaruit blijkt dat de (druggerelateerde) overlast na invoering van het i-criterium zou zijn verminderd. Voorts is het de rechtbank (uit een procedure bij de Afdeling) bekend dat de gemeente (nog steeds) de mogelijkheid onderzoekt om de coffeeshops uit het centrum te verplaatsen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd danwel heeft onderzocht dat het i-criterium de proportionaliteitstoets kan doorstaan. De rechtbank merkt in dit verband nog op dat het hier gaat om toetsing (door de rechtbank) van locaal beleid, waarbij de proportionaliteitstoets per gemeente zeer verschillend kan uitpakken.

 

De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat het bestreden besluit op dit punt in strijd is met het motiveringsbeginsel. Deze beroepsgrond van eiser slaagt dan ook.

 

De rechtbank is, gelet op voorgaande overwegingen, van oordeel dat de overige beroepsgronden van eiser geen nadere bespreking behoeven.

 

De rechtbank is op grond van het vooroverwogene van oordeel dat er geen mogelijkheid bestaat om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten.

 

De rechtbank ziet wel aanleiding om het primaire besluit van 8 mei 2012 te herroepen en overweegt daartoe als volgt.

 

Blijkens dit besluit heeft verweerder aan eiser een last onder bestuursdwang opgelegd, omdat bij controle was gebleken dat eiser in strijd had gehandeld met het i-criterium, nadat al eerder een overtreding van het b-criterium was vastgesteld en hem ter zake daarvan bij besluit van 1 mei 2012 een waarschuwing is gegeven. Het primaire besluit berust aldus op de combinatie van de schending van het b- en i-criterium. Dit betekent dat, ondanks de mogelijkheid voor verweerder om het geconstateerde motiveringsgebrek met betrekking tot het i-criterium te herstellen, het primaire besluit in verband met de geconstateerde onrechtmatigheid van het b-criterium niet in stand kan blijven.

 

Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit.

 

Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht vergoedt.

 

De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1416,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 472,- en een wegingsfactor 1).

 

Beslissing

 

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het bestreden besluit;

- herroept het primaire besluit van 8 mei 2012 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 156,- aan eiser te vergoeden;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.416,-, te betalen aan eiser.

 

 

 

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.N.F. Sleddens, voorzitter, en mr. R.E. Bakker en mr. M.A. Teeuwissen, leden, in aanwezigheid van mr. E.W. Seylhouwer, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 april 2013.

 

 

w.g. E. Seylhouwer w.g. J. Sleddens

 

 

Voor eensluidend afschrift:

de griffier:

 

 

Afschrift verzonden aan partijen op:

 

 

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

 

.......

 

Als jij het nog snapt, snap ik het pfffff

Share this post


Link to post
Share on other sites

Ik ben persoonlijk van mening dat ze de kraan terug gaan draaien op een zeer diplomatiek manier. Dan is iedereen de winnaar de coffeshop houders en onze vriend Opstelten.

 

Het is in ieder geval een tegenaanval momenteel is de score 1-1, het stond 0-1, als scorder Opstelten

Edited by Faraon08

Share this post


Link to post
Share on other sites

het is volgens het europees hof discriminerend om

wel nederlanders maar andere eu burgers niet toe te laten ...

 

en die mogen er dus gewoon weer in

Share this post


Link to post
Share on other sites

Ze mogen "nog" steeds niet naar binnen in Maastricht , vraag me echt af waar je dat nu weer vandaan haalt....

 

Misschien binnenkort maar nu dus nog NIET.....

Share this post


Link to post
Share on other sites

nog niet , nee, maar de uitspraak ligt er ;)

en die mogen er straks echt wel weer in

 

.. wat onno de kontelikker ook wil

Share this post


Link to post
Share on other sites
Ze mogen "nog" steeds niet naar binnen in Maastricht , vraag me echt af waar je dat nu weer vandaan haalt....

 

Misschien binnenkort maar nu dus nog NIET.....

 

 

Elmo heeft bij alles z'n eigen aparte interpretatie.

Edited by amnees

Share this post


Link to post
Share on other sites

Het toenmalige Hof van Justitie van de EG heeft in zijn arrest van 16 december 2010 (LJN: BO8814) voor recht verklaard:

“Een houder van een coffeeshop kan zich in het kader van zijn activiteit van verkoop van verdovende middelen die geen deel uitmaken van het door de bevoegde autoriteiten strikt gecontroleerde circuit ten behoeve van gebruik voor medische en wetenschappelijke doeleinden, niet met een beroep op de artikelen 12 EG, 18 EG, 29 EG of 49 EG verzetten tegen een gemeentelijke regeling als die aan de orde in het hoofdgeding, waarbij wordt verboden, niet in Nederland woonachtige personen tot die inrichtingen toe te laten. Met betrekking tot de activiteit van verkoop van alcoholvrije dranken en eetwaren in dezelfde inrichtingen kan die houder de artikelen 49 EG en volgende wel met succes aanvoeren.

Artikel 49 EG moet aldus worden uitgelegd dat een regeling als die aan de orde in het hoofdgeding is aan te merken als een beperking van het in het EG-Verdrag verankerde vrij verrichten van diensten. Deze beperking wordt evenwel gerechtvaardigd door het doel om het drugstoerisme en de daarmee gepaard gaande overlast tegen te gaan.”

 

Het ingezetenencriterium blijft dus gehandhaafd.

 

De rechtbank is dan ook van oordeel dat "deze" beroepsgrond van eiser moet worden verworpen

 

De rechtbank is van oordeel dat verweerder, in het kader van het motiveringsbeginsel, in onderhavige zaak niet kan volstaan met een verwijzing naar de (openbare orde) situatie in Maastricht in 2008 (waar de uitspraak van de Afdeling betrekking op heeft), maar dient te "motiveren" waarom ook thans een minder vergaande maatregel (dan het i-criterium) niet mogelijk zou zijn.

 

Zoals ik reeds eerder heb aangegeven, is de zaak stuk gelopen voor de gemeente wegens "motiveringsgebreken".

 

Gewoon lezen: er staat geen woord Frans bij.

Share this post


Link to post
Share on other sites

X treme, dat het voor jou normale taal is, kan ik begrijpen, maar soms is het voor mij abacadabra ;)

Share this post


Link to post
Share on other sites

+1 dame

 

Ieder zijn vak....gelukkig.

 

Crow

Share this post


Link to post
Share on other sites

Ik ben benieuwd naar de motivatie van die relnicht.

Share this post


Link to post
Share on other sites
X treme, dat het voor jou normale taal is, kan ik begrijpen, maar soms is het voor mij abacadabra ;)

 

Het enige wat je moet doen, is je aan de tekst houden. Je moet niet lezen wat je wil dat er staat, je moet niet willen lezen wat je denkt wat er had moeten staan.

Wat de essentie is, is dat de bestuursrechter het i-criterium overeind laat en dat de gemeente haar huiswerk opnieuw moet doen, dus een nieuw bestuursbesluit nemen en dat behoorlijk nader motiveren.

De gemeente moet aannemelijk maken dat haar beslissing in overeenstemming is met de ernst en de aard van het geconstateerde vergrijp. Dat wordt het "proportionaliteitsbeginsel" genoemd.

Als de gemeente daarin slaagt, is ze ook niet schadeplichtig wegens een onrechtmatige overheidsdaad: de ondernemer ondervindt immers geen schade door het motiveringsgebrek, omdat een juist gemotiveerde beslissing genomen op het juiste moment de zelfde materiele werking zou hebben gehad als de onvoldoende gemotiveerde beschikking.

Het klinkt ingewikkeld, maar eenvoudiger is het niet uit te leggen.

Maar een rechtsgevolg met algemene werking ontlenen aan een uit de context gehaalde zinssnede uit een krantenartikel, zoals in de topic is gebeurd, zet mensen op het verkeerde been, ondanks alle goede bedoelingen.

Om tot een enigszins genuanceerd oordeel te komen, is het noodzaak om de wettekst te kennen, alsmede de Kamerstukken en de parlementaire toelichting van het voorstel tot wet te lezen.

Share this post


Link to post
Share on other sites

Xtreme dit begrijp ik iets beter

 

 

 

Reactie Marc Josemans op uitspraak rechtszaak wietpas Maastricht

 

SHARE:

April 26th, 2013 | 17:32

Door webmaster

 

In een reactie op de uitspraak in de zaak over de sluiting van zijn coffeeshop Easy Going in Maastricht benadrukt eigenaar Marc Josemans dat het laatste woord helaas nog niet gesproken is.

 

Marc Josemans schrijft aan het VOC:

 

 

Marc Josemans, Cannabis Tribunaal 2010, Den Haag (© Gonzo media)

“Na alle jubelende berichten is het misschien even verstandig om de zaken op een rijtje te zetten.

 

Het B-criterium is wettelijk niet toegestaan, daar is duidelijkheid over. Zeker, inmiddels was dat door de minister zelf al van tafel gehaald maar niet zonder reden. Maar waarom is dit ondoordachte beleid dan eerst ingevoerd en gehandhaafd?

 

Betreffende het I-criterium liggen de zaken wat anders. Hier wordt het besluit van burgemeester Hoes om coffeeshop Easy Going te sluiten weliswaar van tafel gehaald, maar daarmee niet het beleid.

 

De rechtbank geeft aan dat zij de motivering van de burgemeester in deze onvoldoende vinden. Die kan dus worden aangevuld voor het hoger beroep dat (vrijwel) zeker voor de Raad van State zal komen.

 

Wel is het belangrijk om te lezen dat de rechters veel oog hebben voor de rechten van de mens. Volgens het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) mag het proportionaliteitsbeginsel niet uit het oog worden verloren. De rechtbank is van oordeel dat het Damoclesbeleid moet worden getoetst aan artikel 1 van het 12de Protocol, omdat de burgemeester zich door middel van het Damoclesbeleid heeft verplicht tot het voeren van het gedoogbeleid en het in verband daarmee toelaten van een nadere aangeduide groep (ingezetenen) tot de coffeeshops. Dit zal moeilijker te omzeilen zijn voor de burgemeester.

 

 

Beeld: Bobby Fiasco

Daarnaast wordt door de rechters het beeld van de situatie in 2008, zoals geschetst in het verweer van de burgemeester, niet actueel genoeg bevonden. Er moet aan de hand van de situatie in mei 2012 worden aangetoond dat deze ultieme stap noodzakelijk was. En dan wordt het een stuk moeilijker voor de burgemeester indien men beseft dat de VOCM leden inmiddels sinds oktober 2011 zichzelf beperkende maatregelen hadden opgelegd in de vorm van het “buurlandcriterium.” Maar ook dat de gemeente tegelijkertijd met de coffeeshops samen aan een spreidingsplan heeft gewerkt dat nog steeds op uitvoering wacht.

 

Overigens heeft burgemeester Hoes inmiddels een persverklaring de deur uit gedaan waaruit blijkt dat hij onverminderd verder wil gaan met de handhaving op het I-criterium. Het laatste woord in deze zaak is blijkbaar (helaas) nog niet gesproken.”

 

De VOCM maakt na het weekend bekend hoe de leden om zullen gaan met dit vonnis en of buitenlanders al dan niet toegelaten worden.

 

http://www.voc-nederland.org/2013/04/react...pas-maastricht/

Share this post


Link to post
Share on other sites

Ik kan maar 2 dingen concluderen: de naam van dit topic is misleidend. De coffeeshops blijven vooralsnog gesloten voor buitenlanders. En 9 van de 10 reacties op die vermeende openingsstelling naar aanleiding van deze uitspraak zijn pertinent onjuist. Maar ja, gelijk hebben of gelijk krijgen , zijn afzonderlijke grootheden.

Wat niet wegneemt dat ik overigens ook een andersluidende uitspraak dan deze had gewenst.

Share this post


Link to post
Share on other sites

de innerlijke beschaving.is voor een ieder anders..het zelf de voor norme en waarde..ik vond dat mr g het goedt verwoorden...zeer komisch.vrijheid blijheid vreden.dat staat boven alles.gr.spacefreak

Share this post


Link to post
Share on other sites

Als jij faliekante onzin uitkramen tot goed verwoorden verheft, is je goed recht. Maar een ieder met een klein beetje gezond verstand, kan binnen 5 minuten concluderen dat het i-criterium nog steeds staat als een huis.

Maar als kleine jongetjes zich in een grote mensen discussie mengen over een materie waar ze geen snars van begrijpen, reageren ze vaak verongelijkt, zodra ze op de onvolkomenheden in hun argumentatie worden gewezen.

Dus de aanhef "Coffeeshops opnieuw open voor buitenlanders", was onzin, is onzin en zal onzin blijven tot de wet is veranderd of tot er jurisprudentie komt van het Europese Hof, waarin dat onderdeel in onze nationele wetgeving onverbindend wordt verklaard.

Share this post


Link to post
Share on other sites

TS is misleidend, en dat is iets heel anders dan hoopvol zijn.

Share this post


Link to post
Share on other sites
Ik kan maar 2 dingen concluderen: de naam van dit topic is misleidend. De coffeeshops blijven vooralsnog gesloten voor buitenlanders. En 9 van de 10 reacties op die vermeende openingsstelling naar aanleiding van deze uitspraak zijn pertinent onjuist. Maar ja, gelijk hebben of gelijk krijgen , zijn afzonderlijke grootheden.

Wat niet wegneemt dat ik overigens ook een andersluidende uitspraak dan deze had gewenst.

 

+1

Share this post


Link to post
Share on other sites

En ben het ook met X treme en Gobru eens.

Hier is het nog steeds niet toegestaan, vandaag niet, morgen niet en maandag ook nog niet.

 

Dus helemaal nog geen buitenlanders in de shop, klopt ook weer niet, je moet alleen een Nederlandse verblijfplaats hebben en dat aan kunnen tonen

Share this post


Link to post
Share on other sites

+1.

 

//off

Dacht te horen dat je wel met een roze bril naar binnen mocht.

//on

 

/rOZze

Share this post


Link to post
Share on other sites
En ben het ook met X treme en Gobru eens.

Hier is het nog steeds niet toegestaan, vandaag niet, morgen niet en maandag ook nog niet.

 

Eh, volgens mij missen jullie allemaal het feit dat het hier gaat over beleid uit MAASTRICHT waarover een uitspraak is gedaan he. Niet over landelijk beleid, niet over beleid in Tilburg of Amsterdam, maar in MAASTRICHT!

 

En heel dat zwart/wit gelul is per defenitie onzin:

 

- rij ik 10km naar coffeeshop A dan moet ik me inschrijven etc

- rij ik 13km naar coffeeshop B dan vragen ze helemaal niks behalve geld voor wiet

 

2 verschillende gemeentes, volledig verschillend beleid. Da's Nederland en da's het 'maatwerk' beleid dat Ivo in de wereld geholpen heeft.

Share this post


Link to post
Share on other sites

Join the conversation

You can post now and register later. If you have an account, sign in now to post with your account.

Guest
Reply to this topic...

×   Pasted as rich text.   Paste as plain text instead

  Only 75 emoji are allowed.

×   Your link has been automatically embedded.   Display as a link instead

×   Your previous content has been restored.   Clear editor

×   You cannot paste images directly. Upload or insert images from URL.


×
×
  • Create New...