Jump to content
  • sanniesshop-banner.gif.d86ea02547aa126c899b25f607244aaf.gif sanniesseeds instagram

Sign in to follow this  
greenhouse51

Vond Ik In De Auwe Doos

Recommended Posts

De rook rond wiet :verrygood

 

De economie van de handel in cannabis is in Nederland schizofreen. Aan de ene kant wordt het gebruik van softdrugs maatschappelijk steeds meer geaccepteerd. Coffeeshops worden tegenwoordig, zeker door jongeren, gezien als normale horeca. Cannabis wordt dan ook door steeds meer mensen gebruikt. Aan de andere kant pakken producenten van softdrugs met relatief weinig risico’s en op eenvoudige wijze grote winsten. Ook al omdat de strafvervolging in Nederland op een laag pitje staat. Niemand lijkt echt tevreden met de tweeslachtigheid van de huidige situatie, maar vooralsnog verandert er niets aan het gedoogbeleid dat met rook is omgeven.

 

Een groepje jongeren met lang haar hangt aan de bar, uit de geluidsspeakers rollen de Stones en zware wietdampen stijgen traag naar het plafond. Zo ongeveer moet sfeer zijn geweest in jongerencentrum Hippo, dat midden jaren zeventig werd geopend in een voormalig kaaspakhuis aan de Schoolstraat in Leeuwarden. Hippo was een van de eerste locaties in Nederland waar softdrugs onder voorwaarden werd gedoogd. In het centrum werden echter ook andere dan softdrugs gebruikt. “Coke en speed, daar deden wij ook niet moeilijk over”, zegt Harry Drent, voormalig bestuurslid van Hippo, tegenwoordig redacteur bij de lokale omroep in Leeuwarden. “Het hoorde gewoon bij het experimenteren. In die tijd werd van alles gebruikt, er waren zelfs mensen die kruidnagelen en gedroogde bananenschillen rookten in de hoop op een roeseffect. Zonder het gewenste resultaat overigens. Op een gegeven moment begon het harddrugsgebruik bij Hippo echter uit de hand te lopen. Omdat de landelijke overheid destijds een voorzichtig begin maakte met het gedogen van softdrugs, met als belangrijkste doel om soft- en harddrugs te scheiden, werd de Stichting Drugsinformatie en Preventie Leeuwarden opgericht. Die stichting was verplicht voorlichting te geven over hasj en wiet, maar had tegelijkertijd ook twee dealers in dienst die werden betaald uit de opbrengst van handel in softdrugs. De hasj en wiet werden gekocht bij connecties in de Randstad. Zelf reed ik ook wel eens op en neer met een vrachtje. Tijdens die ritjes had ik een pasje bij me. Bij een politiecontrole konden de agenten bellen met notaris Wierda in Leeuwarden die in zijn kluis een lijst had liggen met namen van mensen die bekend stonden als werknemers van de stichting. Zo ging dat.” Wiet kwam tot het begin van de jaren tachtig vooral uit het buitenland. Thai en Jamaica waren bekende soorten. “We gooiden wel eens een zaadje in de grond,” vertelt Drent, “maar meestal werd dat niks of de wiet was van slechte kwaliteit. Volgens mij is de echte nederwiet pas ontstaan, echt waar, toen een groepje blowende wetenschappers van de landbouwuniversiteit in Wageningen zich serieus ging bezighouden met het veredelen van de planten.” Na een conflict met de belastingdienst over vermeende malversaties met het betalen van salarissen aan optredende popartiesten, werd Hippo in 1982 voorgoed gesloten.

 

Vlak daarna doken in Leeuwarden de eerste Friese coffeeshops op. De politie schat dat er tegenwoordig in Fryslân ongeveer 25 shops zijn. De oudste daarvan is Utoop, voorheen Utopia, in de Grote Hoogstraat in Leeuwarden. De huidige eigenaar is de 27-jarige Daniël Levy . “Ik ben opgegroeid in een kunstenaarsmilieu en in mijn herinnering was de wietgeur thuis legendarisch. Als ik in de tuin aan het voetballen was, dan moest ik de bal tussen de wietplanten vandaan plukken”, schetst Levy zijn eerste ervaringen met wiet. “Toch moest ik lange tijd niets van softdrugs hebben. Ik vond het ongezond en in mijn tienerjaren stortte ik mij op het professionele fietscrossen en werd daarin zesmaal Europees kampioen.” Toch belandde Levy later in de wereld van wiet. “Geleidelijk aan begon ik wiet steeds meer te waarderen als een interessant product dat zich in zekere zin zelfs laat vergelijken met sigaren en wijn. En dan doel ik op de vele soorten, de smaaknuances en het ontspannende effect.” Levy noemt zichzelf een exponent van een nieuwe generatie stuffverkopers. “Dat zijn in mijn ogen ondernemers die op een verantwoorde manier en het liefst zo legaal mogelijk een biologisch geteeld a-klasse product willen verkopen. Helaas zijn er echter nog maar weinig coffeeshophouders die op die manier zaken doen. De meeste zijn gewoon uit op grote winsten zonder echte interesse in een goed product.”

 

Datzelfde geldt ook voor veel wietkwekers, zeker wanneer de teelt grootschalig wordt aanpakt. “Het product is voor dat soort jongens van ondergeschikt belang”, stelt Diana van Bergen, mede-eigenaar van Maya’s Grow, een winkel aan de Over de Kelders in Leeuwarden waar allerlei benodigdheden te koop zijn voor kwekers die thuis op kleine schaal wietplanten willen verbouwen. “De broodkwekers gebruiken bijvoorbeeld stekjes van slechte kwaliteit, spuiten veelvuldig met pesticiden en drogen de wiet soms zelfs in de magnetron zodat het sneller kan worden verkocht. En neem maar van mij aan: er wordt ook in Friesland veel geleurd met wiet. Overigens is wiet van de slechtste kwaliteit vaak bestemd voor het buitenland, met name Duitsland, en blijft de beste handelswaar in Nederland.” Tegenover de broodkweker staat de thuiskweker die op bescheiden schaal en met liefde voor het product zijn plantjes verzorgt.

 

“Het kweken van vier planten wordt gedoogd, mits er geen lampen worden gebruikt. Dat neigt namelijk teveel naar professionaliteit”, zegt Gerrit Jan Kientz, coördinator verdovende middelen van de politie Fryslân. “Wanneer wij bij toeval of na een melding van overlast een wietkwekerij aantreffen met maximaal vier planten, dan worden doorgaans alleen de planten in beslag genomen en volgt er meestal geen boete of strafvervolging.”

 

“Die kleine thuiskwekers verbouwen dan ook meestal wiet voor eigen gebruik”, stelt Van Bergen. “Mensen die bij ons benodigdheden kopen zijn vaak gewone huisvaders die het kweken zien als een rustgevende hobby. Dat merk je ook aan de manier waarop ze hun planten behandelen. Sommigen draaien in de kweekruimte muziek of geven de planten suikerwater om de smaak van de wiet zoeter te maken. Ook verbouwen kleine kwekers hun wiet meestal op een biologische manier. Ongedierte als trips (kleine wormpjes), spint (kleine spinnetjes) en wolluis worden dan niet bestreden met schadelijke chemicaliën, maar met bijvoorbeeld met galmuggen en roofmijten. Ook gebruiken kleine kwekers meestal aarde in plaats van hydrocultuur. Daarbij hangen de planten aan draden of staan in steenwol. De planten krijgen voeding door regelmatig de wortels onder water te zetten waaraan voeding is toegevoegd. Deze manier wordt eigenlijk vooral toegepast door grote kwekers.”

 

Tussen de broodkweker en de thuiskweker zit nog een groep die weliswaar niet heel grootschalig opereert, maar toch een leuke ‘zakcent’ verdient. De Utrechtse criminoloog Frank Bovenkerk becijferde onlangs dat drie vierkante meter wiet ieder jaar wel tot € 23.000 kan opleveren. Volgens Bovenkerk zijn het vooral bewoners van sociale achterstandsbuurten en woonwagenbewoners die zich door criminele organisaties laten gebruiken door bijvoorbeeld hun woning beschikbaar te stellen voor wietteelt. “Jaarlijks ontvangen wij vier- tot vijfhonderd klachten die gerelateerd zijn aan het verbouwen van wiet”, zegt politieagent Kientz. “Meestal gaat het dan om stank- en wateroverlast. Exacte cijfers zijn niet bekend, maar wij denken dat momenteel in Friesland op ongeveer 250 adressen wiet wordt geteeld. Voor een deel gaat het daarbij om Friezen, maar ook criminelen uit de Randstad vestigen zich hier omdat zij het platteland uitermate geschikt vinden voor hun activiteiten. Vaak kopen ze een boerderij of huren ze een loods die ze volstouwen met planten in diverse groeistadia en allerlei kweekbenodigdheden. Tot voor kort werd in dat soort ‘bedrijven’ nog redelijk veel op aarde geteeld, nu gaat het bijna alleen om hydrocultuur. Een andere tendens is dat planten steeds meer worden veredeld met de bedoeling om het thc-gehalte (tetrahydrocannabinol, de stof die het psychoactieve effect van wiet en hasj veroorzaakt. Red.) op te schroeven. Lag het percentage thc nog niet zo lang geleden rond de acht procent, nu worden soms wietsoorten aangetroffen met wel twintig procent thc. Dat vind ik een verontrustende ontwikkeling. Bovendien worden met de opbrengst van wietteelt veel andere criminele activiteiten gefinancierd. Ik ben dan ook voorstander van het oprichten van een speciaal politieteam dat grootschalige kweek van wiet moet gaan aanpakken. Zo’n team bestaat namelijk nog niet.”

 

Recherche officier van justitie Oebele Brouwer stelt echter dat er geen geld is voor zo’n team. “De opsporingsprioriteit wordt maatschappelijk bepaald. Uit Den Haag ontvangen wij wel geoormerkte gelden waarmee wij ieder jaar enkele zogenoemde ‘rooidagen’ kunnen uitvoeren, maar geen specifieke middelen voor het oprichten van een speciaal softdrugsteam.” En dus doet het Openbaar Ministerie (OM) in Fryslân nauwelijks actief aan opsporing van grote wietkwekers. En dat terwijl die kwekers in principe toch vrij eenvoudig zijn op te sporen. “Kwekers hebben altijd problemen die hen verraden”, zegt Brouwer. “Stroom moet bijvoorbeeld vaak illegaal worden afgetapt, wiet stinkt enorm en ventilatoren maken lawaai. Met warmtebeelden kunnen wij vanuit een helikopter ook goed zien in welke panden veel lampen worden gebruikt, mogelijk voor wietteelt.” Toch beperkt het OM de opsporing tot enkele “rooidagen” per jaar, waarbij dan enkele tientallen kwekerijen worden opgerold. “Wanneer wij de indruk krijgen dat het kweken uitmondt in georganiseerde misdaad, bijvoorbeeld wanneer in onderzoeken steeds dezelfde namen opduiken, dan grijpen wij in. Ook treden wij op als er klachten van overlast binnenkomen.” Celstraf krijgen kwekers echter zelden. “Meestal wacht hen een taakstraf, tenzij er sprake is van een opeenstapeling van delicten. Daarnaast voeren wij een ‘pluk-ze-beleid’. De aantoonbare winsten van veroordeelde kwekers worden gevorderd, tenzij het energiebedrijf en de fiscus al zulke grote claims hebben ingediend, dat de winst daardoor al geheel wordt afgeroomd.” Nederwiet is wereldwijd beroemd door de goede kwaliteit. In het Friese wietcircuit wordt echter geconstateerd dat nederwiet steeds vaker helemaal niet uit Nederland komt. “De kweek wordt steeds meer verplaatst naar Oost-Europa, bijvoorbeeld Polen, en de wiet wordt vervolgens geëxporteerd naar Nederland”, zegt coffeeshopeigenaar Levy. Politieagent Kientz bevestigt die ontwikkeling, maar kan geen cijfers geven. Voor officier van justitie Brouwer zijn de aanwijzingen voor import uit het voormalig Oostblok helemaal nieuw. “Toch is Nederland niet alleen een exportland, er worden in containers ook grote hoeveelheden wiet aangevoerd uit andere landen”, stelt Kientz.

 

Nederland gedoogt dus de consumptie en kleinschalige kweek van softdrugs. In dat systeem wringt de schoen echter het meest aan de achterdeur van de coffeeshop. In de shop mag met een gedoogverklaring softdrugs aan de voordeur worden verkocht, maar de ondernemer moet zijn waren aan de achterdeur illegaal inkopen. “En daar krijg ik geen btw-bon”, verzucht coffeeshophouder Levy. “Wat ik het liefste zou willen is dat ik de wiet die ik verkoop zelf mag verbouwen onder toezicht van de overheid. Er kunnen dan controles worden uitgevoerd en het netto-product kan worden geregistreerd. Tussenhandel en eventuele export wordt op die manier uitgeschakeld, het aantal shops neemt af omdat criminelen afhaken, de witte werkgelegenheid in de branche kan groeien en het product kan worden onderworpen aan kwaliteitscontroles, wat vanuit het oogpunt van volksgezondheid ook een hele verbetering zou zijn. Om de achterdeurproblematiek goed aan te pakken zou ik zelf wel minister van Softdrugs willen worden.” Officier van justitie Brouwer begrijpt de opmerkingen van Levy heel goed. “Ook ik kan niemand met droge ogen uitleggen hoe de achterdeurproblematiek in elkaar steekt. Tijdens zittingen schiet ik dan ook wel eens in een kramp”, zegt Brouwer. “Maar het reguleren van de achterdeurproblematiek is een politieke aangelegenheid. Bovendien zitten er door internationale verdragen allerlei haken en ogen aan regulering en het buitenland kijkt al met zoveel wantrouwen naar het Nederlandse gedoogbeleid. Met het nieuwe kabinet zouden er dingen kunnen veranderen, maar persoonlijk verwacht ik niet dat het Nederlandse beleid in de nabije toekomst wezenlijk zal worden aangepast.”

Share this post


Link to post
Share on other sites

Join the conversation

You can post now and register later. If you have an account, sign in now to post with your account.

Guest
Reply to this topic...

×   Pasted as rich text.   Paste as plain text instead

  Only 75 emoji are allowed.

×   Your link has been automatically embedded.   Display as a link instead

×   Your previous content has been restored.   Clear editor

×   You cannot paste images directly. Upload or insert images from URL.

Sign in to follow this  

×
×
  • Create New...